De maand mei is achter de rug en veel Nederlanders hebben weer hun vakantiegeld ontvangen. Daarmee kun je lekker op stap gaan, maar hoe staat het met de alternatieven?
Sinds de start van dit jaar geven Nederlandse consumenten voor het eerst in vijf jaar serieus meer uit. In januari en februari stegen de bestedingen van huishoudens met respectievelijk 1,8 en 2,4 procent. Een teken dat het economische herstel ook begint door te werken op de consumptieve bestedingen.
Goed mogelijk dus dat Nederlanders die in mei weer het vakantiegeld krijgen bijgestort, dat extraatje ook uitgeven aan een tripje binnen of buiten Nederland. Op zich is daar niets mis mee, maar wie het geld niet of slechts gedeeltelijk uitgeeft, moet zich bezinnen op alternatieven.
Aflossen (hypotheek)schulden
De min of meer permanente economische crisis die Nederland in z’n grip heeft gehouden sinds 2009 lijkt eindelijk weg te ebben. Ook de aanhoudende prijsdaling op de huizenmarkt is omgeslagen in een voorzichtig herstel.
Toch kampen veel huiseigenaren nog met een hypotheek waarvan de waarde hoger is dan de marktwaarde van de eigen woning. Uit schattingen van De Nederlandsche Bank blijkt dat in 2013 ongeveer twee derde van de huiseigenaren tussen de dertig een veertig jaar een hypotheeklening had die ‘onder water’ stond en bij de groep tussen de twintig en dertig jaar lag dit aandeel zelfs op 70 procent.
(klik voor uitvergroting)
De situatie op de huizenmarkt is sinds medio 2013 wel iets verbeterd: gemiddeld zijn woningprijzen sindsdien met zo'n 4 procent gestegen. Maar voor veel woningeigenaren zal dit niet genoeg zijn om de waarde van de woning boven het niveau van de hypotheeklening te trekken.
Extra aflossen op de hypotheeklening is voor veel huiseigenaren daarom nog altijd een reële optie. Maar loont het om dat met spaargeld te doen? Dit is afhankelijk van de hypotheekrente en de hypotheekrenteaftrek aan de ene kant, en de spaarrente en de fiscale heffing in box 3 aan de andere kant. Verder speelt uiteraard mee of je boete betaalt bij extra aflossing op de hypotheeklening.
Veel hypotheken met looptijden tussen de vijf en tien jaar die binnenkort aflopen, zijn afgesloten tegen rentes tussen de 4 en 6 procent, zo valt op te maken uit onderstaande grafiek.
(klik voor uitvergroting)
De afgelopen drie jaar zijn hypotheekrentes hard gedaald en inmiddels ligt de gemiddelde hypotheekrente voor een rentevaste periode van tien jaar op 2,5 procent. Op het oog lijkt het dus interessant om in ieder geval te profiteren van lagere rentes bij het afspreken van een nieuwe rentevaste periode.
Maar zelfs als je 2,5 procent hypotheekrente betaalt en dat door de hypotheekrenteaftrek netto ongeveer 1,28 procent rente wordt, kan het interessant zijn om spaargeld in te zetten voor extra aflossing op de hypotheekschuld. Want ook spaarrentes zijn momenteel erg laag
Het hoogste tarief voor variabele spaarrentes ligt bijvoorbeeld op 1,5 procent. Belangrijk daarbij is of spaargeld wel of niet onder de vrijstelling van circa 20.000 euro in box 3 voor spaargeld en beleggingen valt.
Ontvang je netto 1,5 procent spaarrente dan blijft dat interessant, als je netto 1,3 procent hypotheekrente betaalt. Maar zodra je de vermogensbelasting van 1,2 procent over spaargeld moet afdragen, hou je netto nog maar een paar tienden van een procent over met sparen. Aflossen van schulden en besparen op de rentelasten voor de hypotheek kan dan lonend zijn.
Sparen en beleggen
Los van de mogelijkheid om geld in te zetten voor aflossing van een stukje van de hypotheekschuld, kun je je afvragen hoe aantrekkelijk sparen is. Onderstaande tabel toont actuele rentetarieven van variabele spaarrentes en die liggen tussen de 0,4 procent en 1,5 procent.
De Nederlandse inflatie ligt momenteel rond de 0,4 procent, dus met de kale rente op spaargeld kun je de inflatie in veel gevallen net verslaan. Maar als je ook de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent in box 3 moet afdragen, moet je een spaarrente van minimaal 1,6 procent halen. En dat is met vrij opneembaar geld momenteel niet mogelijk.
Beleggen dan? Wie de beurspagina's een beetje gevolgd heeft, weet dat aandelen het de afgelopen jaren zeer goed hebben gedaan. De beurs en echte economie vormden twee aparte werelden. Deze week wezen analisten van De Nederlandsche Bank er wel op dat aandelenmarkten sterk gedreven lijken te worden door de bakken met goedkoop geld die centrale banken in de markt hebben gepompt.
Lenen is erg goedkoop geworden, rentes zijn laag, dus zoeken beleggers alternatieven die meer rendement opleveren, zoals aandelen. Onderstaande grafiek illustreert dit.
(klik voor uitvergroting; bron: DNB/Bloomberg)
Te zien is dat tot rentes op staatsobligaties en aandelenkoersen tot 2011 redelijk met elkaar in de pas liepen in de eurozone. Maar vanaf het moment dat de Europese Centrale Bank meer geld in de economie ging pompen (grijze vlak), zijn aandelen flink gestegen (lichtblauwe lijn), terwijl staatsrentes verder zijn gedaald.
Op korte termijn is het erg lastig in te schatten welke kant het verder opgaat en worden markten sterk gedreven door het gedrag van centrale banken. Beleggen krijgt dan een extra speculatief karakter en wie een gokje waagt moet er rekening mee houden dat verlies ook tot de mogelijkheden behoort.
Sowieso geldt voor beleggen de vuistregel dat je alleen geld moet inzetten dat je voor langere tijd kunt missen. Kijk je daarbij met een lange-termijnblik van bijvoorbeeld twintig jaar, bijvoorbeeld om vermogen op te bouwen voor aanvullend pensioen, dan wordt het 'timen' van de markt minder zinvol. Je moet simpelweg hopen dat geld dat je nu in aandelen stopt over een paar decennia fors meer waard is.
Voor wie twijfelt: eerst op vakantie gaan en dan beslissen wat je met overtollig (spaar)geld doet kan natuurlijk ook.
Lees ook
Bij deze banken krijg je nog wel méér dan 1 procent rente
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl